De “Vespers” van Sergej Rachmaninov (1873 - 1943) uit 1915 en
de cyclus “Ingerimaa Õhtud” (Ingrische avonden) van Veljo
Tormis (1930 -) uit 1979 hebben twee dingen gemeen: Beide werken zijn gebaseerd
op eeuwen oude melodieën die diep geworteld zijn in de tradities van de
volkeren waaruit ze zijn voortgekomen en beide componisten hebben bij het scheppen
van hun werk getracht de wegstervende tradities een monumentaal gedenkteken
te geven.
In het geval van Rachmaninov gaat het om de Russische Orthodoxie waarvan hij
het einde zag naderen met het opkomen van de revolutie. In het geval van Tormis
gaat het om de muzikale erfenis van de Baltische volkeren waarvan de etnische
eigenheid door de Sovjet staat ontkend werd en de gebruiken door de moderne
wereld werden weggevaagd. Beide werken putten hun kracht uit de diepe stroom
van gevoelens die ze mee dragen en waarmee ze ook de moderne luisteraar ontroeren.
Tegelijkertijd vormen ze een tegenstelling. Gaat het bij Rachmaninov om religieuze
gevoelens die in een veelal trage muzikale stroom de luisteraar meeslepen,
bij Tormis hebben we een serie dansen die speels de aardse liefde en de daar
uit voortkomende relaties bezingen in meestal opzwepende ritmen. Hebben we
bij Rachmaninov met complexe, doordachte structuren te doen, bij Tormis is
alles van een haast minimalistische eenvoud. Overeenkomst is weer dat de werken
een intense inzet van de zangers vragen en misschien juist wel daarom zo lonend
zijn om uit te voeren.
Van beide werken bestaat een goede opname door de Estse dirigent Tõnu
Kaljuste:
Vespers: Virgin Classics 5 45124 2 (Swedish Radio Choir)
Ingerimaa Õhtud (Ingrian Evenings): in “Forgotten Peoples” ECM
434 275-2 (Estonian Philharmonic Chamber Choir)